Peter en Liesbeth hebben twee kinderen. Ze willen een huis kopen en lenen daarvoor € 160.000 op 20 jaar met een vaste jaarlijkse rentevoet van 5,2%. Peter verdient netto € 1.800 per maand; Liesbeth verdient netto € 1.350 per maand. Samen betalen ze maandelijks € 1.063 af aan het hypothecair krediet, wat binnen hun budget past.

• Mocht Peter overlijden, dan wordt het voor Liesbeth heel moeilijk om maandelijks € 1.063 te blijven betalen. Daarom verzekert Peter € 160.000, dat uitgekeerd wordt in geval van zijn overlijden. Op die manier zal Liesbeth dan niets meer moeten afbetalen.
• Liesbeth op haar beurt verzekert een bedrag van € 92.300, dat uitgekeerd wordt in geval van haar overlijden. Op die manier zal Peter per maand nog € 450 moeten betalen, wat ook binnen zijn budget past.

Samen hebben ze een bedrag van € 252.300 verzekerd, wat meer is dan het te lenen bedrag, maar minder dan een dekking van twee maal € 160.000. Op die manier kunnen Peter en Liesbeth de kost voor de premie van de schuldsaldoverzekering een stuk naar beneden halen, zonder risico dat bij overlijden de andere partner in de problemen komt.